De praatplaten worden ingezet bij de mondelinge interacties op het einde van elk contact. Voor leerlingen die er al vlotter mee weg zijn, bieden de praatplaten individuele ondersteuning op woordniveau aan. Hiermee voeren de leerlingen in duo’s minidialogen uit. Een leerling stelt een vraag die op de achterzijde staat. Af en toe
wordt de opdracht in het Nederlands verduidelijkt. Diezelfde leerling hoort of de antwoorden correct zijn en biedt,
indien nodig, hulp aan in drie fases:
- De leerling geeft het eerste woord van het antwoord.
- De leerling geeft de eerste twee woorden van het antwoord.
- De leerling zegt het antwoord voor, de medeleerling herhaalt het antwoord.